Casus van de week: 14 november 2020
De dochter van een alleenstaande dame op leeftijd vraagt om hulp. Mw is de afgelopen tijd vaak gevallen, ze vergeet dat ze niet meer zonder rollator kan lopen. De laatste val resulteerde in een beenbreuk, ziekenhuisopname, operatie en uiteindelijke revalidatie van 6 weken in een verpleeghuis.
Mw mag weer naar huis, maar thuis is weinig aan zorg voor haar geregeld. 4 jaar geleden is al een traplift aangevraagd, maar helaas nooit toegekend. De woningverbouwvereniging verleent geen urgentie voor een verhuizing, maar mevrouw moet zo snel mogelijk naar een gelijkvloerse woning. Omdat mevrouw vergeet dat ze niet mag traplopen loopt ze iedere dag een groot risico om van de trap af te vallen.
Mevrouw wil graag in een zorginstelling wonen, maar haar WLZ aanvraag is eerder dit jaar afgewezen. Terwijl het CAK wel de eigen bijdrage voor wonen in een zorginstelling incasseert. De dochter begrijpt er niets meer van.
We nemen contact op met de WMO, de Woningbouwvereniging, het CAK, het CIZ , het Zorgkantoor, de ouderenverpleegkundige en anderen betrokkenen, om nu voor eens en altijd goed door te pakken.
Er blijkt fout op fout te zijn gemaakt en we vragen een nieuwe WLZ indicatie aan om mw op de wachtlijst voor opname te kunnen plaatsen. Ter overbrugging zetten we extra zorg en ondersteuning in met de thuiszorg- en mantelzorgondersteunende organisaties en de dagbesteding. Daarnaast brengen we het eigen netwerk in kaart en versterken en mobiliseren we het netwerk om mw zo min mogelijk alleen in haar eigen woning te laten zijn.
Dochter is blij en dankbaar voor onze ondersteuning. Er komt weer een beetje rust. We hopen dat mevrouw snel een plekje krijgt in het verpleeghuis van haar voorkeur.