Casus van de week: 3 oktober 2021

Casus van de week!

Een moeder neemt contact met ons op. Haar dochter met een flinke beperking wordt over een paar maanden 18 jaar. Ze maakt zich grote zorgen of ze het financieel wel gaan redden wanneer dochter 18 is omdat dan de kinderbijslag en het kindgebondenbudget stopt en ze een eigen zorgverzekering moet afsluiten. Haar dochter heeft geen arbeidsvermogen en maakt gebruik van een dagbesteding vanuit de Jeugdwet dus heeft geen eigen inkomen.

Allereerst bekijken we of het meisje in aanmerking komt voor een indicatie uit de Wet Langdurige Zorg(WLZ) of dat zij na haar 18e verjaardag ondersteuning vanuit de WMO moet gaan krijgen. We leggen de voor- en nadelen uit van een WLZ indicatie en in overleg met ouders vragen we uiteindelijk deze indicatie aan. We geven moeder informatie over het feit dat zij uitbetaald kan worden vanuit een PGB vanuit de WLZ voor de bovengebruikelijke zorg die zij levert aan haar dochter.

We ondersteunen bij het aanvragen van een WAJONG uitkering. En vragen samen bewindvoerder en mentorschap aan bij de rechtbank zodat ouders na haar 18e verjaardag haar financiën mogen beheren en beslissingen mogen nemen omtrent haar welzijn en de zorg die zij hierbij nodig heeft.

We geven informatie over de collectieve ziektekostenverzekering voor minima vanuit de Gemeente en vragen samen zorgtoeslag aan om haar kosten zo laag mogelijk te houden.

Ook de andere verzekeringen (zoals uitvaart en WA) worden onder de loep genomen. Moeder is erg dankbaar voor alle hulp en heeft meer zekerheid gekregen wat betreft de financiën in de toekomst.

Het fijne is dat we het gezin ook in de toekomst kunnen blijven ondersteunen vanuit de WLZ omdat we ook gecontracteerd zijn om onafhankelijke clientondersteuning vanuit de WLZ te kunnen bieden. Het gezin behoudt 1 aanspreekpunt die met hen meedenkt en hen ondersteunt bij vragen op alle domeinen.

Ga naar de inhoud