Casus van de week; 20 maart 2022
Casus van de week!
Een dame van 47 jaar neemt contact met ons op. Ze is twee jaar geleden gediagnosticeerd met de ziekte ALS. Haar zorgverzekeraar heeft haar verplicht om een WLZ indicatie aan te vragen. Omdat volgens de zorgverzekeraar de WLZ voorliggend zou zijn en dus verantwoordelijk is voor de financiering van de zorg van mevrouw.
Zonder zicht te verdiepen in de conseqenties heeft mevrouw gedaan wat haar werd opgedragen; zij heeft een WLZ indicatie aangevraagd bij het CIZ. Deze aanvraag is negatief beoordeeld dus ze is weer terug bij af; bij de zorverzekeraar. Die verplicht haar om in bezwaar te gaan te gaan tegen het besluit van het CIZ.
Ze belt ons in blinde paniek op wat ze nu moet doen, ze heeft het gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden.
Wij geven mevrouw eerst informatie over de WLZ, leggen de voor- en nadelen voor mevrouw uit en vragen uit wat zij graag zou willen.
We duiken de wet- en regelgeving in om te onderzoeken of een zorgverzekeraar dit uberhaupt mag eisen van mevrouw om ook nog een bezwaarschrift in te dienen.
Uiteindelijk kiest mevrouw er toch voor om een bezwaar in te dienen omdat ze na onze informatie ook de voordelen van een WLZ indicatie inziet.
We ondersteunen mevrouw bij het schrijven van het bezwaarschrift en zijn aanwezig bij de geplande hoorzitting over een paar weken.
Mevrouw waardeert onze hulp enorm, ze is blij dat ze er niet meer alleen voor staat!